Donderdag mag ik weer schaatsen. Eindelijk! Na bijna 10 dagen fietsen in een warm Toscane, verlang ik echt naar de schaats. Op de ijsbaan ligt mijn hart. Schaatsen is mijn sport.
Wij fietsen in 25 graden terwijl de meeste schaatsers hun wedstrijden al rijden. Onze trainer kiest hier bewust voor omdat wij lang door moeten; tot en met maart 2018. Ik snap hem wel, maar het begint nu echt te kriebelen. Ik wil schaatsen!
Heb het gevoel dat ik weer een stapje heb gemaakt. Nu nog overzetten naar het ijs. Woensdag komen we thuis om zondag alweer te vertrekken richting Inzell in Duitsland; hét schaatsmekka van Europa. Het hele dorp leeft op schaatsen. Weer ben ik dan 10 dagen van huis, maar ik heb er zo’n zin in. Voor mij toch het echte werk. Hoewel ik nu nog even van Italië geniet.
De mensen nemen overal rustig de tijd voor en zijn zo tevreden. Zero stress. Hier zijn ze voor mijn gevoel veel minder op zoek naar ‘meer en beter’. Ze leven van de zon en de gezelligheid. Ik ga als vanzelf ook een versnelling lager. Het is fijn, maar na een tijdje mis ik toch de gejaagdheid van Nederland. Ik zou er geen voldoening uithalen. Om mijn doel te bereiken heb ik stress nodig. Adrenaline. Dat vind ik in het schaatsen.
We werken nu steeds toe naar subdoelen. Trainingswedstrijden, het NK en zo verder. Zo komen de kwalificatiewedstrijden voor Pyeong Chang snel dichterbij. Ik kan niet wachten!
Tot volgende week!
Liefs, Irene
ps. Volg je mij al op Facebook, Twitter en Instagram?
Leuk als je reageert!
Na mijn bronzen medaille van de Olympische Spelen 2018 ga ik door met bloggen. Meters maken en letters schrijven om jullie elke week een kijkje te geven in mijn dagelijks leven als topsporter én als mens. Want ik ben ook gewoon Irene en er is meer dan sport alleen.